In Nederland vinden jaarlijks meer dan 12.000 bariatrische ingrepen plaats bij mensen met een BMI ≥ 40 kg/m2 of met een BMI 35-40 kg/m2 met relevante comorbiditeit. Het doel van een bariatrische operatie is het lichaamsgewicht te verminderen en het metabolisme te normaliseren. De meest uitgevoerde ingrepen zijn de gastric sleeve en de gastric bypass.
Bariatrische chirurgie brengt veranderingen van het maagdarmkanaal tot stand. Deze veranderingen kunnen invloed hebben op de farmacodynamiek en farmacokinetiek van geneesmiddelen. Bepaalde toedieningsvormen zijn minder geschikt voor patiënten die een bariatrische operatie hebben ondergaan. De veranderingen in het maagdarmkanaal kunnen bovendien leiden tot klachten als reflux en het dumping-syndroom. Tot slot kunnen tekorten optreden aan vitamines en mineralen.
Tijdens de nascholing Farmacotherapie na bariatrische chirurgie komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod:
- Welke pijnstillers kunnen gebruikt worden na bariatrische chirurgie?
- Kan een patiënt nog een preparaten met een gereguleerde afgifte gebruiken?
- Welke antistolling is betrouwbaar te gebruiken na bariatrische chirurgie en welke niet?
- Zijn orale anticonceptiva nog betrouwbaar na de operatie?
- Van welke vitamines en mineralen is suppletie nodig na een bariatrische ingreep?
- Bij welke geneesmiddelen is therapeutic drug monitoring noodzakelijk?
- Welke hormonale veranderingen spelen een rol bij de chronische ziekte morbide obesitas?
- Welke medicamenteuze opties zijn op dit moment beschikbaar en hoe effectief zijn deze?
- Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende bariatrische operaties?
- Welke invloed hebben deze bariatrische operaties op de farmacokinetiek en -dynamiek van geneesmiddelen?
De cursus gaat in op de veranderingen in het neuro-endocriene systeem bij morbide obesitas en de diverse medicamenteuze behandelopties. Daarnaast krijgt u handvatten om het geneesmiddelengebruik te optimaliseren bij de steeds groter wordende groep patiënten die een bariatrische ingreep hebben ondergaan. De verschillende soorten bariatrische ingrepen komen aan de orde en het gebruik van geneesmiddelen wordt besproken aan de hand van casuïstiek. Na afloop van de nascholing kunt u het geleerde meteen toepassen in uw eigen praktijk.
Na afloop van de nascholing kunt u het geleerde meteen toepassen in uw eigen praktijk.
Na het volgen van de nascholing farmacotherapie na bariatrische chirurgie:
- Bent u op de hoogte van de wetenschappelijke stand van zaken over de veranderende farmacokinetiek- en dynamiek na een bariatrische ingreep.
- Weet u bij welke geneesmiddelen therapeutic drug monitoring noodzakelijk is.
- Kunt u weloverwogen beslissingen nemen over de optimale toedieningsvormen na bariatrische chirurgie.
- Kunt u advies geven over het gebruik van bloedglucoseverlagende middelen, antihypertensiva, pijnstillers, orale anticonceptiva, antistolling en vitaminesuppletie bij patiënten die een bariatrische operatie hebben ondergaan.
- Bent u op de hoogte van de wetenschappelijke inzichten ten aanzien van morbide obesitas en de eventuele invloed op de farmacokinetiek en –dynamiek van geneesmiddelen.
- Ben u op de hoogte van de verschillen tussen de diverse bariatrische operaties
8.30 uur Ontvangst
9.00 uur Inleiding morbide obesitas en invloed farmacokinetiek en –dynamiek
10.00 uur Pauze
10.15 uur Inleiding bariatrische chirurgie en farmacotherapie.
11.00 uur Uitwerken casuïstiek: geneesmiddelen na bariatrische chirurgie
11.30 uur Bespreken van uitgewerkte casuïstiek
12.00 uur Leerpunten voor de praktijk en afsluiting
12.30 uur Einde cursus